Rokeren is een zet in het schaakspel waarbij de koning van een speler en een van de oorspronkelijke torens van de speler betrokken zijn. Het is een van de belangrijkste en meest gebruikte schaakbewegingen en wordt gebruikt om de veiligheid van de koning te verbeteren en de torens te ontwikkelen. De regels voor rokeren zijn specifiek en moeten worden gevolgd om de zet als legaal te beschouwen.
De eerste regel van rokeren
De eerste regel bij het rokeren is dat de koning niet schaak mag staan, en dat geldt ook voor de velden waar de koning overheen moet bewegen of moet worden aangevallen. Dit betekent dat als de koning schaak staat of als de velden waar de koning overheen moet of waarheen hij moet worden aangevallen door een stuk van de tegenstander, rokade niet is toegestaan.
De tweede regel van rokeren
De tweede regel is dat de koning en de toren die worden verplaatst, niet eerder tijdens het spel mogen worden verplaatst. Dit betekent dat als de koning of de toren al eerder heeft bewogen, rokade niet is toegestaan.
De derde regel van rokeren
De derde regel is dat de velden tussen de koning en de toren onbezet moeten zijn. Dit betekent dat er geen stukken tussen de koning en de toren mogen staan, inclusief de eigen stukken van de speler.
De vierde regel van rokeren
De vierde regel is dat de koning niet schaak of schaak mag zetten. Dit betekent dat de koning niet naar een veld kan bewegen dat wordt aangevallen door een stuk van de tegenstander, en ook niet door een veld kan bewegen dat wordt aangevallen door een stuk van de tegenstander.
De laatste regel van rokeren
De laatste regel is dat de zet als één zet moet worden uitgevoerd, waarbij de koning en de toren tegelijkertijd bewegen. Dit betekent dat de koning en de toren in één zet moeten worden verplaatst en niet afzonderlijk kunnen worden verplaatst.